Column | Voetballoze zaterdagen

18 april 2020 - 20:15

Lekker even voetbal kijken bij mijn zoon... Oh nee. Een heerlijk potje tennissen... Oh nee. Gezellig straks een biertje bij het eerste... Oh nee! 

Ons hele sociale leven ligt op z’n gat. Omdat er iemand mijlenver weg wel eens iets anders wilde dan die saaie babi pangang en dacht dat een op de huid gebakken schubdier, op een bedje van kort gekookte vleermuisvleugels, afgemaakt met een toefje kamelen-oogvocht, hem veel lekkerder leek en z’n potentie ervan omhoog zou gaan.

Nou is een normale zaterdag zonder voetbal al niet te doen. Je hele bioritme wordt dan ernstig verstoord. Voor je het weet loop je -geheel tegen je zin in- op een veel te drukke markt op zaterdagochtend, van de ene walm (vislucht) naar de andere (frituurvet). Lopen er altijd zoveel mensen hier of is dat alleen om mij te zieken?, vraag je jezelf hardop af. En in gedachten zie je jezelf al staan op het terras van Oranje Wit met een biertje.
Of er worden ineens allerlei klusjes verzonnen door moeder de vrouw waar je normaal onderuit komt met het beste excuus wat er is: voetbal. Maar zodra bekend is dat dat dus niet doorgaat, worden er klusplannen gemaakt en loop je mokkend van de Praxis naar de Gamma met tassen vol materialen, omdat een open keuken toch al heel lang op iemands wensenlijstje stond.

Maar nu zijn de zaterdagen (en andere dagen) al helemaal niet te doen, want we kunnen en mogen bijna niets meer. En is voetbal als excuus verder weg dan ooit. Het klussen is bijna een redding geworden. Al zou het, na vier weken quarantaine, alleen maar zijn om wat familieleden in elkaar te timmeren en/of achter het behang te plakken. 
Maar elk coronadeel heeft ook z’n voordeel. Zinloze discussies over zwarte piet en stikstof hoor je ineens niet meer. Er is geen boer die nog protesteert en files veroorzaakt. Die hebben we sowieso niet meer, files. Je ziet de mensen die je echt niet mag ook niet meer. En we hebben de tijd om een beetje na te denken over hoe nu verder met het voetbal (en andere sporten) in de anderhalve-meter-economie.  

Wordt het voetbal een soort levend tafelvoetbal, waarbij je uit stilstand contactloos de bal naar elkaar mag spelen? Hockey met een stick van anderhalve meter? Mag je in de Tour de France alleen in rijen van drie anderhalve meter uit elkaar fietsen en kun je alleen inhalen op bepaalde inhaalstroken? Lopen we de marathon straks in een lange gestructureerde polonaise? Boksen we met een handschoen op een stok? En judo dan? Gaan we dat gewoon schriftelijk afdoen of maken ze de pakken zo groot dat ze als een soort sumoworstelaars op gepaste afstand van elkaar blijven?  

Allemaal vragen die door mijn hoofd schieten, maar ik nog geen antwoord op weet. En hopelijk hoeven we ze ook niet op te lossen omdat straks alles weer normaal wordt en we elkaar inderdaad weer zien op het terras van de voetbal. Gewoon naast elkaar!